Alma Prins-Droog is sinds november hoofd van het nieuwe cluster Cargo & Offshore bij Port of Amsterdam. De taak van haar team: groei creëren in non-fossiele ladingstromen en klanten en activiteiten duurzaam te laten groeien. Deze doelen zijn onderdeel van de nieuwe Strategie 2021-2025 van Port of Amsterdam. “In 2025 willen we een toonaangevende Europese zeehaven zijn, die voorop loopt in de transitie naar een duurzame samenleving.” Het voortouw nemen in de transitie en tegelijkertijd meer ‘handel’ binnenhalen: staat dat niet haaks op elkaar? “Zeker niet”, is het duidelijke antwoord van Alma Prins.
Alma werkt ruim twaalf jaar bij Port of Amsterdam. De functie als hoofd van het nieuwe cluster Cargo & Offshore biedt Alma een mooie kans. “Niet alleen om mijzelf te ontwikkelen in een breder perspectief, maar natuurlijk ook om aan de slag te gaan met de nieuwe organisatiestrategie en bijbehorende doelen. Er zijn een aantal raakvlakken met mijn vorige functie: in het promoten van de haven heb ik al veel ervaring opgedaan voor onder andere de cruisevaart en superjachtbouw. We willen awareness creëren voor de Amsterdamse haven, om – samen met de terminals – Amsterdam als short sea haven te positioneren voor containers en breakbulk-lading én om offshore gerelateerde partijen te vestigen in het Noordzeekanaalgebied. Natuurlijk zijn het speelveld en het netwerk wel anders.”
Energietransitie
Wie zakendoet in en met de haven kan het bijna niet ontgaan zijn: verduurzaming staat hoog op de agenda van Port of Amsterdam. “Van oudsher zijn we één van de grootste benzinehavens ter wereld, maar we zien een toekomst voor ons als duurzame haven. Om die energietransitie te laten slagen, hebben we bijvoorbeeld afgesproken per 2030 te stoppen met de overslag van kolen. En voor bijvoorbeeld benzine komen steeds meer alternatieve brandstoffen in de plaats. Ook willen we de overslag, opslag en productie van waterstof gaan faciliteren. We gaan de groei van groene energie naar de haven toe halen!”
Niet alleen Port of Amsterdam, ook veel bedrijven en ladingeigenaren denken na over hoe de ambities van het havenbedrijf om een duurzame koploper te zijn zich vertaalt in non-fossiele lading, merkt Alma. “Samen met hen denken we na over de vraag: welke vervangende lading halen we binnen voor bijvoorbeeld de kolen? We zijn en blijven een Europese zeehaven, die zeegaande ladingstromen op een zo hoog mogelijk niveau wil krijgen. Dat is het doel van ons cluster, en we willen binnen dat doel de non-fossiele stroom lading laten groeien. Hierbij moet je denken aan container- of breakbulk-lading, maar ook aan agribulk en cacao. Dat doen we niet alleen. We onderzoeken samen met de terminals, ladingeigenaren, rederijen, spoor- en binnenvaartoperators en agenten: waar zit die groei?”
Kansen analyseren
Alma vervolgt: “Waar zit de potentie van lading die nu niet via Amsterdam gaat, maar in de toekomst mogelijk wel? We doen veel data-analyses: hoe lopen de ladingstromen nu, zitten daar kansen in? We onderzoeken waar belangrijke spelers in de markt zitten, die lading willen vervoeren. Wat wij hen kunnen bieden is snelle turn around times, we hebben weinig last van congestie: snel binnenvaren, laden en lossen. Onze terminals zijn custom made: klanten zijn geen nummertje, maar krijgen maatwerk aangeboden.” Ook naar de klantervaring wordt veel onderzoek gedaan. “We bevragen alle partijen hoe zij het traject van het in- en uitvaren van onze haven ervaren. Wat gaat goed, wat kunnen we verbeteren? Uit deze onderzoeken blijkt dat klanten het fijn vinden altijd dezelfde contactpersoon te hebben, bereikbaarheid is erg belangrijk, net als goede begeleiding. Wij doen er alles aan om die ervaring te optimaliseren.”
USP’s: ligging en verbindingen
Andere unique selling points (USP’s) zijn de ligging en verbindingen van de haven. “Er wordt echt veel lading verscheept via de Amsterdamse haven. Afgelopen jaar was dat 75 miljoen ton. Lading die binnenkomt via zeeschepen en daarna naar het achterland wordt vervoerd. Ik kijk vanaf mijn tegenwoordige werkplek uit op het Amsterdam-Rijnkanaal (onderdeel van de North West Central Corridor) en zie hoeveel lading er alleen al over het kanaal van en naar Amsterdam gaat. De ligging aan zee, maar ook de verbinding rivieren, kanalen, weg en spoor in het achterland zijn voor ons belangrijke aderen: lading vanaf zee komt onze haven binnen en gaat dan verder het achterland in. Door onze ligging zijn we goed aangesloten op het rivieren-, weg- en spoornetwerk. We hebben bijvoorbeeld een directe treinverbinding naar Duisburg. En vanaf Duisburg hebben we via de Zijderoute een directe verbinding met China.” Alma vervolgt: “Dit hele samenspel bekijken we goed om daaruit álle kansen te halen die ervoor zorgen dat wij vanuit het general cargocluster doorgroeien en onze positie als zeehaven kunnen versterken.”
Brexit
Nu de Brexit een feit is blijkt de ligging van de Amsterdamse haven juist een voordeel. “Onze geografische positie ten opzichte van Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië maakt dat je vanaf die locaties als eerste in Amsterdam uitkomt. Vanwege de Brexit merken wij dat er nieuwe verbindingen tot stand komen. Er zijn rederijen die nu juist van en naar Amsterdam varen vanwege de snelle verbinding: omdat wij sinds januari dit jaar een directe lijndienst hebben naar Dublin, kunnen ze – ook ten aanzien van douaneformaliteiten – het VK omzeilen. De Brexit leidt overigens niet tot grote (douane)problemen bij onze terminals: de papieren zijn overal goed op orde en er zijn geen lange wachtrijen.”
Faciliteren offshore industrie
Naast general cargo valt ook offshore onder het nieuwe cluster waarover Alma de scepter zwaait. “De offshore windindustrie maakt een grote groei door, die de komende jaren zal doorzetten. Er worden steeds meer windparken gebouwd op de Noordzee. Er zijn drie zaken heel belangrijk voor offshore wind: het kunnen aanleggen en installeren van windparken, het onderhoud en uiteindelijk ook de ontmanteling van afgeschreven windmolens. Wij promoten en faciliteren samen met Zeehaven IJmuiden en AYOP (Amsterdam IJmuiden Offshore Ports) – de offshore industrie volop. Dit doen we door in het Noordzeekanaalgebied terreinen beschikbaar te stellen voor projectlading, op- en overslag van bijvoorbeeld windbladen of bedrijven die kabels in zee leggen, specifiek voor de windparken die gebouwd of onderhouden worden. Vanuit onze haven bekeken is dat ruimte áchter de sluis, in de zeehaven van IJmuiden zijn dat terreinen vóór de sluis. In de Amsterdamse haven bieden we zo’n tien tot vijftien hectare ‘greenfields’ aan voor het vestigen van offshore gerelateerde partijen.”
Energiehaven
“Samen met Provincie Noord-Holland, gemeente Velsen en Zeehaven IJmuiden ontwikkelen we de Energiehaven, in het voormalige baggerdepot van de Averijhaven in IJmuiden. De nieuwe Energiehaven biedt vanaf 2025 de mogelijkheid voor het aanleggen en onderhouden van de windparken op zee. Ook speelt de Energiehaven een belangrijke rol in de groei van gewenste ruimte-intensivering en het versterken van de haveninfrastructuur in de regio. De Energiehaven krijgt op een oppervlakte van ruim vijftien hectare en 580 meter kade. Dit is inclusief het naastliggende terrein van vijf hectare van Tata Steel. In 2025 willen we deze Energiehaven echt operationeel hebben. Ook hier focussen we ons op bedrijven die windparken op zee aanleggen, onderhouden of ontmantelen. Zij zoeken vestigingsruimte, wij bieden die groei volop aan. We hopen en verwachten dat deze ruimte snel gevuld zal zijn.”
Windpark
Alma noemt ook TMA Terminals in de Amsterdamse haven: deze partij is voor Siemens bezig met een groot windpark van 89 molens op het IJsselmeer: Windpark Fryslân. “Op hun terrein in de haven liggen die enorme windbladen, generatoren en torens. Deze komen met schepen over de hele wereld binnen in Amsterdam. TMA Logistics verzorgt het hele logistieke proces en uiteindelijk worden de onderdelen verscheept naar het IJsselmeer om de windmolens te installeren. Via Amsterdam faciliteren we dus ook die kant, ten behoeve van de offshore industrie.”
Het benutten van kansen in deze nieuwe groeimarkt en het vinden van de juiste partijen is een mooie uitdaging, bevestigt Alma. “We zetten flink op de groei in, we faciliteren de energietransitie en dat voelt goed. We kunnen als haven wel roepen dat we die energietransitie willen, maar we kunnen het niet alleen. Samenwerken met partners die dezelfde ambitie hebben werkt heel prettig.”
Bewust investeren
Is het niet riskant: willen groeien als general cargohaven en anderzijds volop inzetten op nieuwe alternatieven? “We hebben onlangs een nieuw strategisch plan gepresenteerd waarin onze toekomst als duurzame energiehaven wordt bestendigd. Wij gelóven in een beter alternatief, daar hoort ook bij dat we de pijn accepteren van het loslaten van oude business’. Wij geloven dat we de transitie kunnen maken en investeren daar bewust volop in.” Alma vervolgt: “Bij ons cluster horen ook de agri, food en cacao-ladingstromen. Er komen in onze haven onder andere hele constante stromen cacao en soja binnen: daar zijn wij goed in. We zien wel de trend dat de hele keten steeds meer verduurzaamt. Afnemers van soja geven bijvoorbeeld al aan alleen nog maar soja te willen waarvoor geen bossen gekapt hoeven te worden. Wij kijken op onze beurt: hoe kunnen wij onze rol pakken binnen de verduurzaming van deze ketens? Dat kan door bijvoorbeeld alleen lading met een bepaalde certificering toe te staan. Denk aan de groei van duurzame cacao of soja.”
Merk Amsterdam
Alma benadrukt dat klanten bereid zijn om mee te gaan in de duurzame koers van de haven. “Dat wij in 2017 aangaven dat we over enkele jaren stoppen met de overslag van kolen was een stoere stap: geen enkele zeehaven had dat nog gezegd. Wij kunnen dat soort stappen alleen nemen in samenwerking met onze partners, stakeholders en klanten. Dat wij als Europese zeehaven een voorloper willen zijn in de energietransitie en een duurzaam vestigingsklimaat bieden, stralen wij op alle segmenten uit. Cargo & offshore is daar zeker geen uitzondering in.”
Het hartstochtelijke pleidooi van Alma komt vanuit haar vele jaren ervaring en vanuit persoonlijke motivatie. “Vanuit toeristisch perspectief is Amsterdam echt een merk. In mijn vorige functie hoefde ik voor de cruiserederijen de positie van de Amsterdamse haven niet uit te leggen, in de short sea en cargo wel. Wij moeten extra hard werken om de potentie van Amsterdam als duurzame zeehaven onder de aandacht te brengen, maar daar gaan we voor!”