Competente mensen vormen niet automatisch competente teams. Hoe goed de intenties ook zijn en hoe hard je er als teamcoach, leider, of bijvoorbeeld consultant ook aan trekt, soms lukt het gewoon niet om samen iets goeds neer te zetten. Vaak betekent dat dat je er juist wat minder hard aan moet trekken. Wat werkt dan wel? In haar boek Competente mensen, incompetente teams laat organisatiepsycholoog Jobbeke de Jong zien hoe je met behulp van systeemdenken grip krijgt op het gedoe en de samenwerking in je team op de rails krijgt.
Groep versus individu
Als we kijken naar een groep, zien we vaak alleen de individuen. We zien gemotiveerde, competente professionals en vertrouwen erop dat zij samen het beoogde resultaat zullen behalen. Vaak pakt dat echter anders uit, want de groep is anders dan het individu. “Als je wilt dat de groep gezamenlijk een resultaat boekt, moet je met de groep als totaal werken en anders kijken dan je gewend bent,” aldus De Jong. Systeemdenken is daar de uitgelezen methode voor en de auteur laat zien hoe je de omslag naar systeemdenken maakt.
Systeemdenken
Systeemdenken betekent dat je de groep als een zelfstandig, levend organisme leert zien met haar eigen ontwikkelstadia en gedragingen. En hoe je als leidinggevende, teamcoach, consultant en trainer ook door deze dynamiek wordt beïnvloed. Veel van wat je denkt, voelt, zou willen doen en doet is niet alleen persoonlijk, maar een reflectie van wat er op teamniveau speelt. Deze kennis ontbreekt meestal: we maken gevoel en gedrag persoonlijk. Als je dit echter weet te gebruiken en begrijpt wat er gebeurt in het team als geheel systeem, leg je het fundament voor interventies die echt het verschil maken in het functioneren van het team. De Jong refereert in het boek dan ook niet aan ‘leidinggevenden’ en ‘teams’ maar gebruikt de termen ‘interventionisten’ en ‘taaksystemen’. Hier begint al de denkomslag.
Het boek
Competente mensen, incompetente teams bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft De Jong de ontwikkelingsfasen die teams doormaken en waarom de individuele intentie en competentie niet zo veel zeggen over het uiteindelijke gedrag in de groep. In het tweede deel komen de interventies aan bod die het team uiteindelijk effectiever zullen maken.
Team excellence
In hoofdstuk 1 haalt De Jong een bekend onderzoek binnen Google aan, project Aristotle (2012). Een van de voor Google meest verassende vondsten uit project Aristotle was dat het niet de kwaliteit van de individuele leden van de teams was die team excellence bepaalde. Het is de kwaliteit van de onderlinge interactie met elkaar. Als die van zo’n kwaliteit is dat er psychologische veiligheid ontstaat, heb je een van de belangrijkste ingrediënten voor team excellence.
Project Aristotle
Robert-Jan van Berckel, People Partner Northern Europe bij Google: “De conclusies uit project Aristotle worden tegenwoordig nog steeds wereldwijd gebruikt om het resultaat binnen onze teams te verbeteren. We checken vaak bij nieuwe teams na een half jaar hoe ze scoren op de vijf factoren voor teamsucces. De uitkomsten zijn dan gespreksonderwerp om de effectiviteit te verbeteren. Vanuit dat oogpunt kan ik iedereen die teams begeleidt en meer resultaat uit samenwerking wil dit boek aanraden. Ik vond het dan ook leuk om De Jongs boek als eerste in ontvangst te mogen nemen.” Zie hier het filmpje van de boekoverhandiging op het Nederlandse kantoor van Google op de Zuidas.
Praktijk
De Jong ziet in de praktijk dat er in organisaties heel veel wordt geïnvesteerd in samenwerking, maar dat de oplossing wordt gezocht in het verbeteren van de individuele vaardigheden van de teamleden. Het is niet voor niets dat organisaties in profit en non-profit regelmatig een beroep op haar doen. Binnen de opleiding interventiekunde vanuit haar bedrijf Tachles leidt ze leiders en professionals op om precies die interventies te doen die wel werken. En zo maximaal rendement uit samenwerking te helpen faciliteren. De teams die Tachles begeleidt vanuit deze inzichten behalen in de praktijk binnen ongeveer zes maanden significant meer resultaat. “Alle energie die anders gaat naar onderling gedoe, komt beschikbaar voor het teamresultaat en dat merk je.”
De auteur
Jobbeke de Jong is een organisatiepsycholoog met jarenlange ervaring als consultant en opleider van (team)coaches. Ze is expert systeemdenken, systemisch werken en interventiekunde. Ze runt haar eigen opleidingsinstituut interventiekunde Tachles in Bussum. Privé woont De Jong samen in Het Gooi en is moeder van drie kinderen (8, 11, 13 jaar). Vanaf haar veertiende is ze zangeres in allerlei bands. Guilty pleasure is haar liefde voor dieren, van het redden van honden en katten in het buitenland tot feel good dierenfilmpjes kijken. Als kind verhuist De Jong met grote regelmaat. Ook is ze in de jaren 80 drie jaar geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland vanwege de reislust van haar ouders, dus de ervaring van het in een bestaande groep stappen en die snel doorgronden, is haar niet vreemd. De Jong komt uit een creatief nest. Haar moeder is kunstenares en haar vader succesvol bestuurder, consultant en auteur.