Kennisplatform voor noord holland

Port of Amsterdam en Oiltanking: ‘Samenwerking is de kern van de energietransitie’

Geplaatst op 18 maart 2020
Port of Amsterdam

“Wij zijn een grote energiehaven in een wereld die door de energietransitie sterk zal veranderen. Om een grote energiehaven te blijven, zoeken wij naar mogelijkheden om de productie en opslag van duurzame energie op te schalen. Dat doen we samen met partners”, aldus Femke Brenninkmeijer van Port of Amsterdam, beheerder en ontwikkelaar van de Amsterdamse haven. Eén van die partners is Oiltanking Group. Peter van Wessel, VP Commercial Development Oiltanking: “De kennis en ervaring van bedrijven als het onze is hard nodig voor de transitie.”

Femke Brenninkmeijer is Director Energy, Cargo en Offshore bij Port of Amsterdam en werkt met haar team hard aan de strategie voor de komende vijf jaar. “We staan voor meerdere uitdagingen: hoe houden we de haven bereikbaar en logistiek goed uitgerust, en werken we daarnaast samen met onze klanten aan de energietransitie.”

Oiltanking is een wereldwijd opererend tankopslagbedrijf, actief in ruim twintig landen waaronder Nederland. Vanaf de hoogste verdieping van het Havengebouw in Amsterdam kan Peter van Wessel ons net de terminal van Oiltanking in de verte aanwijzen. “Ik heb in veel landen gewerkt, maar ben sinds 2012 terug in de regio. Eerst als MD van Oiltanking Amsterdam, daarna als Regiodirecteur verantwoordelijk voor de Europese terminals en nu in een Global rol in de commercie. Mijn betrokkenheid bij Amsterdam, en bij de haven, was en is groot.” Reden genoeg voor Brenninkmeijer om ons samen met Van Wessel een kijkje te geven in de ontwikkelingen waar beide bedrijven mee bezig zijn. “Samenwerking vergt openheid van zaken, transparantie en ook kwetsbaarheid: we leggen gezamenlijk onze dilemma’s op tafel.”

De haven wil duurzame energieproductie en -opslag opschalen, de productie van duurzame brandstoffen en circulaire activiteiten aantrekken én faciliteren en de infrastructuur die daarvoor nodig is, verder ontwikkelen. In de zoektocht om nieuwe ladingstromen te vinden en manieren om duurzame energie op te wekken, vinden Port of Amsterdam en – onder andere – Oiltanking elkaar.

Ruimte maken voor duurzame energie
Brenninkmeijer vertelt: “Onze overslagcijfers in 2019 waren erg goed, we groeien jaarlijks. We leveren hier dan ook dagelijks topsport. Maar de wereld, en daarmee ook de haven, verandert. De energietransitie is geen gemakkelijke opgave, de kern ervan is absoluut samenwerking.De core dilemma’s waar wij onze strategie voor 2021-2025 op richten, zijn de energietransitie én hoe om te gaan met de ruimte die we hebben. In onze nieuwe strategie zullen we deze – en andere –  dilemma’s uitwerken en aanpakken.” Van Wessel: “Punt van zorg is ook: hoe kunnen we onze posities behouden in deze snel veranderende wereld?” Brenninkmeijer haakt daarop in: “Dat vergt andere competenties en daar hebben we partners bij nodig. Wij willen voorbouwen op die verandering en kijken goed welke partijen we daarbij aantrekken.Daarom creëren we als haven een community en zorgen we dat partners en klanten zich onderdeel van het geheel voelen. Samen zijn we beter af.”

Offshore: windparken
Onder andere offshore activiteiten nemen een grote vlucht de komende jaren, voorspelt Brenninkmeijer. “Windenergie op zee wordt heel groot, er worden de komende jaren veel windparken gebouwd op de Noordzee. De plannen tot 2030 laten een verzevenvoudiging van de capaciteit op zee zien. Vanaf onze haven is het 18 mijl varen naar het dichtstbijzijnde windpark; onze ligging is geografisch gezien ontzettend goed. Veel bouwers van windparken vestigen zich direct aan de kust, onze haven is voor hen een uitstekende uitvalsbasis. Voor het bouwen en onderhouden van deze windparken gaan enorm veel schepen heen en weer, daarvoor hebben we capaciteit nodig in de haven.” Peter van Wessel weet eveneens dat er logistiek een enorme uitdaging ligt en benadrukt dat de bestaande infrastructuur niet verdwijnt, maar juist de nieuwe economie kan ondersteunen. “Je hebt het oude nodig om het nieuwe te kunnen maken. Logistiek gezien heb je straks ook nog steeds terminals, wegen en rails nodig. De vraag naar transport stijgt juist, om de nieuwe economie te creëren.”  

Waterstof opslaan en vervoeren
Brenninkmeijer en Van Wessel weten beiden dat al die windparken enorm veel energie gaan produceren, dat kan het elektriciteitsnet waarschijnlijk niet aan. Ze praten dan ook samen over het omzetten van een deel van die energie naar bijvoorbeeld waterstof. Van Wessel: “Tata Steel zit ook ideaal aan de kust, zij kunnen groene waterstof meteen in hun productieproces gebruiken.” Brenninkmeijer: “Wij werken ook samen met Tata Steel – en Nouryon – , aan het project H2ermes: het ontwikkelen van het grootste groene waterstofcluster van Europa. We onderzoeken de haalbaarheid van een waterelektrolyse-installatie in IJmuiden, voor de productie van waterstof.”

Oiltanking ziet ook voor zichzelf in waterstof een goede toekomst. “Ons concern heeft een minderheidsbelang genomen in een waterstofproject in Noorwegen, daar wordt van waterstof synthetische brandstof gemaakt, om motoren emissievrij te kunnen laten draaien. Maar de vraag naar energie wordt zo groot dat we niet op één paard kunnen wedden. Wij voorspellen een mix van vele verschillende technologieën. Daar heb je een goede infrastructuur en logistiek voor nodig, in havens zoals deze.”

Samenwerken aan nieuwe energie
Brenninkmeijer: “Oiltanking is een trouwe klant, die al vijftig jaar in de haven zit. Ze zijn met pijpleidingen verbonden aan bijvoorbeeld Schiphol en hebben een hele duidelijke regionale functie. Wij willen met klanten als Oiltanking het traject richting de energietransitie samen afleggen.” Van Wessel bevestigt: “Oiltanking en de Haven stellen bijvoorbeeld beide faciliteiten – zoals een tank en steigers – ter beschikking voor de biodieselfabriek van Greenergy, naast onze terminal. Wij zien de haven ook als belangrijke schakel. Zo willen we voor Schiphol synthetische kerosine maken van elektriciteit vanaf de Noordzee, die wij er dan vanaf de haven naartoe pompen. De olieproducten die we nu opslaan worden straks minder gebruikt. Maar voor onze tanks is nog steeds een functie, alleen met andere brandstof. Olie is vloeibaar en kan daardoor gemakkelijk getransporteerd worden. Ik verwacht dat nieuwe energiedragers ook in vloeibare vorm vervoerd worden. En ook die moeten op een veilige en verantwoorde manier worden op- en overgeslagen en daar hebben de terminals in de haven van Amsterdam de ervaring, opleiding en systemen voor.”

Grote investeringen nodig

Brenninkmeijer verwacht dat de grootste vraag naar nieuwe energie zal komen van bedrijven zoals Tata Steel en andere grote (regionale) industrie en mobiliteit. “Denk aan de scheepvaart, de luchtvaart en eigenlijk alles dat met mobiliteit te maken heeft.” De klimaattafels, voorafgaand aan het nationale Klimaatakkoord juni vorig jaar, waren voor Port of Amsterdam een belangrijk omslagpunt. “Het besef van de grootte van de opgave en de noodzaak van het pakken van de regie, werd daar des te meer duidelijk. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Juist daarom moeten we samenwerken.” Van Wessel: “Vergeleken met vijf jaar geleden is er al veel veranderd, vooral in de mindset en bedrijfsstrategieën in de industrie. Nu er zowel nationale doelen zijn als Europese en ook wereldwijde, moeten we juist de kansen grijpen die er liggen. We zijn allemaal aan het plannen maken, de vraag is: hoe gaan we daar samen mee verder?”

Brenninkmeijer: “Bedrijven moeten zowel flink investeren om hun bestaande business draaiende en compliant te houden, en daarnaast moeten ze investeren in nieuwe technologie en infra om nieuwe duurzame energiemarkten aan te boren. Voor de nieuwe markten is in het begin nog geen schaalgrootte en bestaat er dus extra risico. Deze wordt nu volledig bij bedrijven gelegd, het zou mooi zijn als de overheid hierin kan faciliteren.”

Infrastructuur voor nieuwe toepassingen
Van Wessel: “Overheden hebben inderdaad een belangrijke rol. Zij willen van de fossiele brandstoffen af, maar voor ons betekent energietransitie óók dat je niet weggooit wat je hebt. Olie wordt in de toekomst steeds meer als grondstof gebruikt voor hoogwaardige toepassingen, in plaats van als brandstof voor een motor of elektriciteitscentrale. Wij zouden ook een rol kunnen spelen in het recyclen van grondstoffen en het terugleveren daarvan aan chemiebedrijven. We slaan nu ook in diverse havens hun grondstoffen op, dus waarom in de toekomst niet? Maar dan moet het bedrijven als de onze wel gegund worden om een langetermijnvisie op te stellen. De infrastructuur die er ligt, kunnen we voor beide doeleinden gebruiken: voor fossiele brandstoffen met een nieuwe toepassing én voor nieuwe, duurzame energie. We moeten onszelf niet in de voet schieten door traditionele bedrijven weg te zetten als oude economie. We hebben hun kennis en ervaring hard nodig voor de transitie.”

Vertrouwen is de basis
Brenninkmeijer: “Een deel van de oplossing is daarom wat ons betreft begrip hebben voor de verschillende belangen. Dat is de basis: samen doelen formuleren en samenwerken aan oplossingen, in het vertrouwen dat elke partij daarin zijn rol pakt. Alleen met dát vertrouwen creëren we stabiele samenwerkingen.” Van Wessel is het daarmee eens: “We zien hier en in andere havens allerlei initiatieven ontstaan: we zijn nu eenmaal met elkaar verbonden en moeten ook over de regio’s heen kijken.” Brenninkmeijer: “We koesteren bestaande structuren en werken aan een gezamenlijk doel. Daarbij kijken we over grenzen en belangen heen.” Van Wessel: “Bij oliebedrijven en chemiebedrijven zit enorm veel know how, dat helpt om nieuwe industrieën mogelijk te maken.”

Brenninkmeijer bevestigt dat de benodigde innovaties en investeringen vanuit bedrijven komen. “Bijvoorbeeld AYOP is een krachtige club offshore bedrijven vanuit de olie- en gasindustrie die actief bezig is met windenergie en het inzetten van bestaande kennis voor nieuwe markten. Dat vergt een nieuw soort denken en bouwen, waar wij graag aan meewerken. Dat doen we onder andere samen met TechPort. Dit netwerk bestaat uit bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden die samen kijken naar de competenties die nodig zijn voor de nieuwe industrie. Offshore windenergie vergt een duidelijke regionale aanpak, reden dat we samen serieus kijken naar de aanleg en exploitatie van een Energiehaven voor de sluis voor de installatie van windparken. Dit is een regionale kans die zal leiden tot verdere regionale samenwerking.”

Tijd, geld en ruimte nodig
Port of Amsterdam staat duidelijk midden in de nieuwe ontwikkelingen. “Wij zien onze rol als haven ook in het koppelen en letterlijk clusteren van bedrijven. We tuigen hier in de haven bijvoorbeeld een eigen Biopark op. Dit is nu nog een leeg terrein van vijftien hectare dat we beschikbaar houden voor de productie van biofuels. We weten nog niet of het lukt, maar houden het terrein vrij omdat we erin geloven dat deze invulling de omslag naar een meer duurzame haven zal versterken. Wij hebben de lay-out om dit mogelijk te maken. Daarvoor zijn we ook een haven: we realiseren zaken die op andere plekken niet kunnen.”

Van Wessel is er blij mee, want welke vorm brandstof in de toekomst ook gaat aannemen: er moet voor leverzekerheid worden gezorgd. “Niemand wil voor niks aan de pomp staan, wat voor pomp dan ook. Van alle partijen vergt dat energie en investeringen maar ook inderdaad gewoon ruimte. Je hebt knooppunten zoals havens nodig voor productie, opslag en transport.  En je hebt een cluster van bedrijven nodig die op een verantwoordelijke manier met biobrandstoffen omgaan. Veiligheid heeft nu bij fossiele brandstoffen en in de toekomst bij renewable fuels of waterstof de hoogste prioriteit.”

Hoe uitdagend de nieuwe ontwikkelingen ook zijn, Port of Amsterdam en Oiltanking staan er positief in. Brenninkmeijer: “Het geeft veel energie om hiermee bezig te zijn en samenwerken creëert enorm veel positieve energie!”

Heeft u interessant nieuws of een bijzonder verhaal?

Laat het ons weten via nieuwsberichten@kijkopnoord-holland.nl of via onze handige nieuwsmodule.

Nieuws aanleveren

Zoeken naar: