Het aantal haarverzorgingsbedrijven is de afgelopen vijf jaar flink toegenomen. In 2017 telde het KVK Handelsregister ruim 27.000 haarverzorgers. Anno 2022 zijn dit er meer dan 32.000. Een toename van 17%. Femke Vijn van brancheorganisatie ANKO ziet vooral het aantal zzp’ers in de haarverzorging groeien. Ze maakt zich wel zorgen over het aantal kappers in de winkelstraten. Steeds minder zzp’ers willen doorgroeien naar werkgever, omdat ze risico’s en verplichtingen van werkgevers te zwaar vinden.
Het aantal bij KVK ingeschreven ondernemingen in de haarverzorging is sinds 2017 met 17% gestegen van: 27.407 naar 32.199. Deze aantallen zijn het totaal aan kappers en barbiers. Deze laatste groep is de laatste tien jaar sterk in opkomst. Volgens Femke Vijn, coördinator communicatie bij ANKO, is deze specialisatie een trend die een positieve bijdrage levert aan het imago van het kappersvak. “Het herenvak is terug van weggeweest en de barber-trend laat zien dat het kappersvak een echt ambacht is.” Vijn ziet vooral het aantal zzp’ers in de haarverzorging groeien. “Bijna 80% van het aantal ondernemingen in de haarverzorging is zzp’er. Er is meer behoefte om zelfstandig te worden, omdat je dan meer grip op de invulling van je eigen agenda hebt. Er is weinig nodig om als eenpitter vanuit huis of als ambulant kapper te starten.”
Gelijke kansen en eerlijke concurrentie
ANKO staat voor gelijke kansen en eerlijke concurrentie binnen het kappersvak. ”We zien de kapper steeds meer uit winkelstraten verdwijnen. Vaak door oneerlijke concurrentie. Kapsalons in winkelpanden, die vaak met personeel en leerlingen werken, moeten aan veel meer regels voldoen, meer gemeentelijke heffingen en vaak een hogere huurprijs betalen dan de kappers die vanuit hun eigen woning knippen. Veel gemeenten reguleren de vestiging van kappers niet, waardoor er een wildgroei aan kappers ontstaat. Maar de kapper mag niet verdwijnen uit het straatbeeld. Ze hebben een toegevoegde waarde voor het totale winkelgebied. De opkomst van de barbier, met eigen sfeer en uitstraling, is hierin dan ook een welkome aanvulling.” Vijn benadrukt hierbij het belang van goede stageplekken. “Het kappersvak leer je vooral in de praktijk. Maar bij zzp’ers kunnen leerlingen vaak niet terecht voor een stage. En de subsidie die werkgevers ontvangen voor het begeleiden van leerlingen staat niet in verhouding tot de kosten die werkgevers hiervoor maken. Kappers moeten op allerlei manieren kunnen ondernemen, maar het is wel van belang dat opleidingsplekken niet verdwijnen.”
Regeldruk bij werkgevers
Vijn weet niet of de groei van het aantal ondernemers in de haarverzorging de komende jaren doorzet. “Dat ligt aan een aantal factoren. Er zijn zzp’ers die willen doorgroeien naar een bedrijf met personeel, maar de regeldruk en verplichtingen waar een werkgever mee te maken krijgt werken hierin belemmerend. Bijvoorbeeld dat bij ziekte van een werknemer, de werkgever twee jaar lang het salaris moet doorbetalen is in een klein team bijna niet op te brengen. Andere belemmeringen zijn arbo-verplichtingen, strenge ontslagwetgeving, hoge premies en de administratieve lasten die komen kijken bij werkgeverschap.”
Meeste kapperszaken in Noord- en Zuid-Holland
Ruim 35% van de haarverzorgingsbedrijven is gevestigd in Noord- en Zuid-Holland. In deze provincies samen zijn 11.407 haarverzorgingsbedrijven gevestigd. In Flevoland vind je slechts 762 kappers en barbiers. Als je kijkt naar het aantal haarverzorgingsbedrijven per 10.000 inwoners, tellen de provincies Zeeland en Limburg met 22 haarverzorgingsbedrijven per 10.000 inwoners de meeste kappers. Noord-Brabant volgt met 21. Utrecht heeft de minste haarverzorgingsbedrijven per 10.000 inwoners met 15.
Kappers houden hoofd boven water
Vijn weet dat er tijdens de coronaperiode een aantal haarverzorgingsbedrijven gesneuveld is, maar dat velen de crisis overleefd hebben. “Niet omdat steunregelingen deze zaken in leven hielden, maar omdat ze zichzelf gered hebben met behulp van geplunderde pensioenpotjes, spaarrekeningen, uitgestelde betalingen en leningen. Maar dat alles moeten ze wel een keer aanvullen of terugbetalen. ” Vijn vreest dan ook voor wat er nog gaat komen in het najaar en op de lange termijn. “Nog een lockdown zouden veel haarverzorgingsbedrijven waarschijnlijk niet overleven en achter het met privégeld compenseren van de coronaschade schuilt veel verborgen leed bij ondernemers.”
Belangrijke rol op sociaal gebied
Een veelgestelde vraag tijdens de pandemie was: ‘Wanneer mag ik eindelijk weer naar de kapper?’ Dit tekent toch wel hoe belangrijk de rol van de kapper is. Vijn: “Haarverzorgers verkopen zelfvertrouwen en ‘lekker in je vel zitten’. Daarnaast spelen de kapper en barbiers een belangrijke rol op sociaal- en gezondheidsvlak. Ze zijn een poortwachter op allerlei terreinen. Omdat ze de klant goed kennen en regelmatig zien, herkennen ze signalen van bijvoorbeeld eenzaamheid of huiselijk geweld en verdachte plekjes op de hoofdhuid. Hun advies contact op te nemen met een arts is van waarde en scheelt uiteindelijk zorgkosten. We zien gelukkig steeds meer dat de impact van kappers op de samenleving gezien en gewaardeerd wordt.”