Waarde Modelovereenkomst belastingdienst “geen werkgeversgezag” blijkt beperkt
Amsterdamse Hof kent bij beantwoording van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet slechts geringe waarde toe aan de omstandigheid dat gebruik is gemaakt van Algemene Modelovereenkomst van de Belastingdienst ‘geen werkgeversgezag’.
In zijn recente uitspraak van 16 februari 2021 oordeelde het Amsterdamse Gerechtshof in lijn met de recente uitspraak van de Hoge Raad dat voor de kwalificatie van een overeenkomst (arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht) niet één aspect doorslaggevend is, maar dat alle omstandigheden van het geval bij elkaar moeten worden genomen en er op basis daarvan een holistische afweging moet worden gemaakt. Omstandigheden die in dat kader van belang kunnen zijn, zijn onder meer de maatschappelijke positie van partijen, op wiens initiatief zijn bepaalde contractsbepalingen overeengekomen, de opstelling van de werkende tegenover de Belastingdienst in het kader van de omzetbelasting (‘hobbymatig’ of ondernemer), is sprake van een bijbaantje of is de werkende een (fulltime) ondernemer en – last but not least – of er al dan niet sprake is van een gezagsrelatie (waarbij het Hof overweegt dat ook een door de werkgever/opdrachtgever ontworpen algoritme, dat invloed uitoefent op de wijze waarop de werkzaamheden worden verricht en het door middel van bonussen beïnvloeden van de werkwijze kan duiden op de aanwezigheid van een gezagsrelatie).
Arbeidsovereenkomst
Vervolgens oordeelde het Hof dat alle omstandigheden bij elkaar genomen de bezorgers alleen vrijheid hadden om hun eigen route te kiezen van restaurant naar de klant, maar dat alle overige elementen, waaronder de wijze van loonbetaling (wordt dit geheel zelfstandig door de werkgever/opdrachtgever geregeld of moet de uitvoerende facturen indienen), het (met name door het algoritme) uitgeoefende gezag, het meer dan incidenteel verrichten van werkzaamheden gedurende een zekere tijd, het voor rekening van de werkgever/opdrachtgever sluiten van een ongevallenverzekering die (ook) voorziet in doorbetaling tijdens ziekte ten gevolge van een ongeval), alsmede de overige omstandigheden meer wijzen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst dan op de afwezigheid daarvan, waarna het Hof oordeelde dat op basis van een holistische afweging (de weegschaal) van alle omstandigheden tezamen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De omstandigheid dat de gehanteerde opdrachtovereenkomst was gebaseerd op de Algemene Modelovereenkomst van de Belastingdienst ‘geen werkgeversgezag’ achtte het Hof niet van (doorslaggevend) belang met als motivering dat het model een vooraf opgestelde overeenkomst betreft, zonder dat daarbij rekening is (en kan worden) gehouden met de specifieke rechten en verplichtingen die voor de civiele kwalificatie wel of geen arbeidsovereenkomst van belang zijn.
Conclusie
Gebruik van een door de Belastingdienst goedgekeurde Modelovereenkomst is slechts van zeer beperkte waarde bij de beoordeling van de vraag of civielrechtelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet en biedt dus in ieder geval geen enkele zekerheid.
Bas Westerhout
Advocaat bij Lieshout Westerhout Advocaten Amsterdam