Problemen met uw bank
Vooral in de financiële pers was de afgelopen periode veel verslaggeving over de praktijken van banken, verzekeraars en andere financiële dienstverleners als het gaat om witwas risico’s en terrorismefinanciering. U bent (MKB) ondernemer en u maakt gebruik van bankdiensten, zoals krediet, hypotheek, en of betaaldiensten, zoals een rekening-courant of bank-betaalrekening. Banken hebben een zogenaamde poortwachtersfunctie en zijn verplicht hun klanten, ongeacht hun achtergrond en/of status, te screenen op het gebied van witwassen of ondersteuningsterrorisme (de WWFT-regelgeving). Bijna geen enkele bankrelatie, ook natuurlijke personen, ontsnappen meer aan deze fuik.
Het ligt voor de hand -gezien het grote aantal relaties dat banken moeten screenen- dat er bij dit screeningproces ongelukken gebeuren. Met behulp van algoritmische programma’s werpen de financiële instellingen als het ware grote fijnmazige visnetten uit om fraudeurs en schenders van de WWFT-regelgeving te vangen. Deze methode werkt echter mede in de hand dat ook veel bonafide vissen op het droge worden gebracht die aan langdurige, intensieve en zeer belastende onderzoeken worden blootgesteld en dat dan vaak ook niet overleven. Het vragenvuur van de financiële instellingen is vaak zodanig omvangrijk dat dit nauwelijks te bevatten en te beantwoorden valt, maar ook vaak de privacy raakt. Zo moet soms vragen beantwoord d over herkomst van middelen ver over de bewaartermijn van gegevens heen, waardoor deze ook niet meer reproduceerbaar zijn.
De ondernemer kan evenwel niet om de poortwachtersfunctie van de financiële instellingen heen en zal dus in de regel veel inspanning -al dan niet behulp van accountant en advocaat- moeten verrichten om aan de verplichte een vraagstellingen te voldoen.
Veel geschillen met banken ontstaan doordat de banken gebruik maken van een opzeggingsbevoegdheid in de algemene bankvoorwaarden (artikel 35 ABV). Banken hanteren dan bijna altijd het argument dat ze onvoldoende in staat zijn om de financiële risico’s van het handelen van de bankklant te beoordelen en op die grond gerechtigd zijn tot de opzegging over te gaan. Dat heeft tot veel rechtszaken geleid. Niettemin worden aan de opzeggingsbevoegdheid van de banken grenzen worden gesteld door de rechtspraak. In een kortgeding vonnis d.d. 15 juni 2023 werd bepaal dat de bank op grond van artikel 35 ABV weliswaar een contractuele bevoegdheid heeft om de relatie met een klant te beëindigen, doch deze bevoegdheid en haar contractuele vrijheid echter niet onbegrensd zijn. Een opzegging moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de zorgplicht van de bank die zij bij haar dienstverlening in acht moet nemen (artikel 2 lid 1 ABV). Daarbij moet mede worden betrokken dat het voor de (rechts) personen van groot belang is dat zij toegang hebben tot het bancaire systeem. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan het aanvaardbaar zijn dat een bank van haar contractuele opsporingsbevoegdheid gebruik maakt (artikel 6:248. Lid 2 Burgerlijk Wetboek).
Anderzijds heeft de bankklant ook een zorgplicht om er aan mee te werken dat de bank aan haar verplichtingen jegens de toezichthouders te kunnen voldoen en om geen misbruik van de bankdiensten te (laten) maken d.m.v. strafbare feiten of activiteiten die schadelijk zijn voor de bank of haar reputatie of die de werking en betrouwbaarheid van het financiële stelsel kunnen raken.
Kortom, er is alle reden om serieus aandacht gegeven aan de vraagstellingen van de bank. Omdat deze veelal niet gemakkelijk zijn te beantwoorden en een juridische toonzettingen hebben is het in de regel noodzakelijk dat u de hulp inroept van uw advocaat, die samenwerking zal zoeken met uw accountant. Bel in geval van twijfel in ieder geval voor advies Mr. R.E. Gerritsen, WS Advocaten & Mediators, tel: 020-5221999/06-551224312)