Granuliet, schone grond of verontreinigde bouwstof?
De recente “Zembla-uitspraak” van het Haagse hof is niet alleen zeer relevant voor de onderzoeksjournalistiek, maar ook voor de bouw/infra en natuurbeheer.
Waar gaat de zaak over? Voor de productie van asfalt is steenslag nodig. Dit wordt onder meer gemaakt van graniet en zandsteen afkomstig uit Schotland en Noorwegen. Rotsblokken worden gebroken, gewassen en gezeefd. Daarbij blijft de fijnste fractie achter in het spoelwater. Door hier flocculant – gemaakt van polyacrylamide – aan toe te voegen, kunnen deze fijnste korrels makkelijker uit het spoelwater worden gehaald en daarna worden samengeperst tot een product met een leemachtige consistentie: granuliet.
De producent van de steenslag heeft dit granuliet als grond gestort in een zandwinnings- en natuurontwikkelingsproject in de uiterwaarden van de Maas. Zembla heeft hier in een uitzending uit 2020 zeer kritisch over bericht, zowel over de rol van de producent als over de rol van het ministerie van IenW en RWS.
Volgens de steenslag producent ging Zembla daarbij te ver. De producent eiste een verklaring voor recht dat Zembla onrechtmatig heeft gehandeld door haar te beschuldigen van – kort gezegd – illegale activiteiten en een veroordeling tot rectificatie. De Haagse rechtbank ging daarin mee.
Het Haagse hof oordeelt nu anders. Volgens het hof is voldoende steun in het feitenmateriaal te vinden voor de uitlatingen van Zembla:
- dat granuliet geen grond is – zoals de producent stelt – maar een bouwstof, omdat daaraan een bodemvreemde stof is toegevoegd,
- dat het op basis van BRL 9321 afgegeven certificaat niet past bij granuliet, en
- dat het bijgemengde polyacrylamide (in potentie) schadelijke effecten zou kunnen hebben voor mens en milieu.
Het hof vernietigt het vonnis in eerste aanleg en wijst de vorderingen van de steenslag producent alsnog af. Het hof wijkt daarmee ook – gemotiveerd – af van een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat granuliet wel als ‹grond› moet worden aangemerkt.
De uitspraak kan daarmee verstrekkende gevolgen hebben voor de productie van asfalt. Het afvoeren van een bouwstof is vele malen kostbaarder dan het afstorten van schone grond. Wie gaat die kosten dragen? Of valt het productieproces van het granuliet aan te passen en kwalificeert het restproduct dan wel als grond? Welke verantwoordelijkheid neemt de overheid, als grootste afnemer van asfalt in Nederland? Het afvoeren van vrijkomend oud (teerhoudend) asfalt wordt standaard contractueel geregeld, zowel praktisch als financieel. Dat kan met vrijkomende reststoffen bij de productie ook
De uitspraak roept ook de vraag op wat de gevolgen zijn voor het natuurontwikkelingsproject. Het oorspronkelijke idee van nuttig zand uit een zandwinningsproject vervangen voor een onbruikbare reststof en zo op een betaalbare manier de natuur herstellen was namelijk op zich zo slecht nog niet.