Circulaire economie
Het begrip ‘circulaire economie’ zei me tot een tijdje geleden niet zo heel veel. Ik vond het nogal abstract, een beetje ‘hoog over’. Ik vond ook de discussie omgeven met heel veel wensdenken, politiek en ideologisch gekleurd. Met name de overheid blinkt uit door verhitte debatten te voeren over lange termijndoelstellingen, die al of niet naar voren moeten worden gehaald, zonder zich druk te maken over de uitvoerbaarheid en over de concrete stappen die al op korte termijn kunnen worden gezet. Dat leidt snel tot de reactie: “het zal wel”. Sorry, ik geef het maar eerlijk toe!
Ik heb mijn opvattingen op dit gebied fors bijgesteld. Ik was in contact met afvalverwijderaars, zoals GP Groot en De Graaf Afvalbeheer, voor wie het begrip ‘afval’ eigenlijk niet meer bestaat. Zij spreken consequent over ‘grondstoffen’. Ik ontmoette de gebroeders Mulder, die een ambitieus plan ontwikkelen om de totale (!) afwezigheid van recycling in een verkwistende schoenenindustrie om te buigen.
En ook in de voedingsmiddelenindustrie, waarin ikzelf werkzaam ben, is het tegengaan van verspilling en het verwaarden van reststromen een hot topic. We kijken niet alleen naar een reststroom als geheel, maar ook naar de ingrediënten in een reststroom, zoals vezels, eiwitten of kleurstoffen, die weer een nieuwe toepassing vinden. De zogenaamde vierkantsverwaarding.
Dat vraagt een inzet van de gehele keten: de zaadveredeling, de teler, de voedselverwerker, de winkelketen én de consument.
Zo praten we met zaadveredelaars over het ontwikkelen van nieuwe rassen, die hier nog beter op inspelen. Zo praten we bijvoorbeeld met de tomatenkweker niet meer alleen over zijn reststroom tomaten, maar ook over “en wat doe je met de steel”. Alleen door zo breed te kijken kunnen nieuwe businessmodellen worden ontwikkeld.
We staan pas aan het begin van deze ontwikkeling en van alle partijen zal een enorme inspanning worden gevraagd. De overheid zal aan de ene kant strakke regulering en incentives moeten toepassen (eigenlijk mag het begrip afval niet meer bestaan!), aan de andere kant sectoren de volle ruimte geven hun eigen oplossingen voor deze vraagstukken te ontwikkelen en dat niet in de weg staan. Dat is een lastige en ingewikkelde balans.
Maar het proces is onomkeerbaar. Zeker als we ons bedenken dat grondstoffen steeds duurder (en schaarser) zullen worden en dat we in de wereld steeds meer op eigen grondstoffenbeheer zijn aangewezen.
Kortom, met een nuchtere en zakelijke instelling, steeds op zoek naar concrete businessmodellen, ben ik ‘om’. Leve de circulaire economie!
Hans Huibers
Voorzitter VNO-NCW Noordwest Holland