De Vereniging voor zakelijke B2B informatie (VVZBI) spant een kort geding aan tegen de Kamer van Koophandel (KVK). De Kamer van Koophandel wil vanaf 1 december 2021 haar vermeende databankenrecht op het Handelsregister tegenover de leden van de vereniging gaan handhaven. Een rechtszaak daarover loopt nog, maar de KVK weigert de uitkomst daarvan af te wachten. De branchevereniging vraagt de rechter in een kort geding nu om de status quo te beschermen. Zo lang de zaak nog onder de rechter is moeten volgens haar verstrekkende en onomkeerbare gevolgen voor grootafnemers, zoals de leden van de VVZBI, worden voorkomen.
Jeroen Kempers, voorzitter van de VVZBI: “We hebben de rechter reeds gevraagd een oordeel te vormen over een onrechtmatig beroep van de KVK op het databankenrecht waarmee het wettelijk beschermde recht op hergebruik van handelsregisterinformatie dreigt te worden uitgehold. Deze procedure kost tijd en brengt onzekerheid met zich mee over toekomstige mogelijkheden voor hergebruik van informatie uit het Handelsregister.”
VVZBI wil status quo beschermen
De KVK wil de uitkomst van deze principiële kwestie niet afwachten en is niet bereid om een langere overgangsperiode te hanteren voor grootafnemers. De nieuwe voorwaarden zijn reeds op 1 januari 2021 ingegaan voor individuele afnemers van de KVK, voor grootafnemers geldt een (te) korte overgangstermijn tot 1 december 2021. “Ondanks de zeer lange relatie die wij met elkaar hebben, gunt de KVK ons maar een bijzonder korte overgangsperiode naar de nieuwe voorwaarden”, aldus Kempers. “Hoewel wij ons goed voorbereiden op alle scenario’s, incl. het scenario om per 1 december in lijn met de nieuwe voorwaarden te kunnen opereren, betekent dit wel dat we de aankomende maanden flinke investeringen moeten doen in aanpassingen waar geen enkele klant op zit te wachten. Bovendien is het nog maar de vraag of de noodzaak tot die investeringen standhoudt na uitspraak van de rechter. Nu noodgedwongen allerlei processen aanpassen gaat ten koste van innovatie en nieuwe functionaliteit voor onze klanten.” De VVZBI vraagt de rechter om, zolang de bodemprocedure loopt, de aloude afspraken die de bedrijfsinformatiespecialisten met de KVK hebben te handhaven.
Beëindiging van discriminatie bij toegang tot KVK-diensten Een ander punt in het kort geding is dat de KVK buiten haar officiële productportfolio een belangrijke dienst aanbiedt, maar daarbij intermediaire dienstverleners, zoals de leden van de VVZBI, uitsluit. Kempers: “Hoewel de KVK hun signaal- en updatedienst presenteert als een pilot, is feitelijk al jarenlang sprake van een op zichzelf staand product.” Als grootafnemers proberen leden van de VVZBI al geruime tijd tevergeefs toegang te krijgen tot deze dienst, waarbij de KVK afnemers real-time informeert bij wijzigingen in het Handelsregister. “Waar een significante groep andere afnemers wel structureel gebruik kan maken van deze dienst, worden wij stelselmatig buiten de deur gehouden. Dit schaadt onze positie in de markt aanzienlijk, zeker gezien de gerechtelijke procedure die al loopt.” Het motief van de KVK is zuiver economisch, aldus Kempers: “De KVK wil inkomsten optimaliseren en interpreteert hiervoor heel breed haar wettelijke taak. Ze kunnen het een pilot noemen, maar in feite zijn ze aan het discrimineren en dat moet een halt worden toegeroepen.” Via de rechter wil de VVZBI afdwingen dat de pilot wordt gestaakt of toegankelijk wordt gemaakt voor alle partijen.