Amsterdam is één van de eerste gemeenten die het aangedurfd heeft een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) op te stellen voor meerjarig onderhoud op de meeste duurzame manier, waarbij de prijs bij aanbesteding niet direct meegewogen wordt. Aan BAM Infra de schone taak om het onderhoud voor de verschillende interne opdrachtgevers binnen de gemeente Amsterdam daadwerkelijk ‘groen’ en voor een eerlijke prijs uit te voeren. “In de markt heeft deze manier van werken al behoorlijk wat teweeggebracht”, aldus projectorganisator Remco Kramer.
Kramer werkt al dertien jaar bij BAM en verzorgde met zijn team ook de aanbesteding voor het meerjarige contract met de gemeente. “We hebben onder andere afspraken gemaakt over het recyclen van asfalt en het gebruik van elektrisch materieel bij het uitvoeren van de werkzaamheden.” Projectleider Raymond Daniëls voegt toe: “Amsterdam heeft echt de voortrekkersrol op zich genomen, vanuit de gemeente wordt het dan ook goed opgepakt. Daar verdienen ze echt een compliment voor. Wij worden goed geholpen: de SOK is bij ons goed ingeburgerd, maar ook bij de klanten.”
BAM Infra heeft in de SOK afgesproken om zes jaar lang, tot en met 2025, het onderhoud uit te voeren met maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam. Kramer: “Dat betekent dat we steeds in goed overleg bekijken wat mogelijk is: we verrichten eerlijk werk, voor een eerlijke prijs. We hebben samen hele mooie ambities, die bij het ene project makkelijker waar te maken zijn dan bij het andere.” Daniëls voegt toe: “Binnen de gemeente hebben we met verschillende opdrachtgevers te maken. Elke projectleider, van bijvoorbeeld een programma of een stadsdeel, heeft zijn eigen budget te besteden. Het is nog niet altijd even vanzelfsprekend duurzaamheid en innovatie binnen ieder project een plek te geven. Aan de gemeente én ons om dat toch zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen.”
Balans tussen milieu en kosten
Kramer: “Een praktisch voorbeeld: als er een vrachtauto nodig is op een werklocatie, kiezen we het liefst voor een elektrische vrachtauto. Maar deze kost nu nog wel twee tot drie keer zo veel ten opzichte van een vrachtwagen op brandstof. Is de milieuwinst die we daarmee behalen dan wel maatschappelijk te verantwoorden? We kunnen ook kiezen voor een vrachtauto met de schoonste brandstofmotor en daarbij niet-fossiele HVO-brandstof gebruiken. De meerkosten hiervoor zijn minimaal en de reductie van schadelijke emissie groot. Zo zoeken we steeds – samen met opdrachtgevers – naar een gezonde balans tussen milieuwinst en kosten. Dat is ook een kwestie van aanvoelen.” Andere zaken zijn al standaard, zoals het gebruik van een Solar keet: een bouwkeet met zonnepanelen. ““En we hebben heel schoon Stage V-asfaltmaterieel, we zetten al uitsluitend Euro 6 vrachtauto’s in; dat levert de klant geen meerkosten op. Het is aan ons om de extra plussen, bijvoorbeeld het gebruik van elektrisch materieel, ten opzichte van de milieuwinst te verantwoorden bij de klant”, aldus Daniëls.
De markt opschudden
Kramer: “Nieuwe ontwikkelingen, zoals een nieuwe brandstofsoort of elektrische mobiele werktuigen, proberen we wel steeds meer in te zetten. Zo verleggen we de standaard steeds een beetje verder. Door partners zoals transportbedrijven of grondverzetbedrijven daarbij te betrekken, komen we verder. Zij zijn eerder geneigd om nieuwe machines aan te schaffen als dat betekent dat zij een bepaald werk voor ons mogen uitvoeren. Een elektrische shovel is in aanschaf weliswaar duurder, maar in de praktijk het gebruik ervan niet altijd, zo blijkt. De bereidwilligheid om hierin te investeren, groeit.”
Dat is bijzonder en betekent dat de markt daadwerkelijk wordt opgeschud. Kramer bevestigt dat: “We werken in een vrij traditionele branche, maar de verandering is zienderogen gaande. Zo voelden bedrijven waar doorgaans werk genoeg voor is, niet de noodzaak volop met innovatie bezig te zijn. Zeker niet als het werk altijd maar voor de allerlaagste prijs uitgevoerd moet worden. Bedrijven waarmee wij nu als partner samenwerken in Amsterdam (onze onderaannemers) worden gemotiveerd om me te gaan met Slim en Schoner samenwerken en dat werkt. Het stratenmakersbedrijf heeft zélf een elektrische knikmops aangeschaft, op eigen initiatief.” Daar worden Kramer en Daniëls heel enthousiast van. “Hier gaat het om, we brengen de hele keten in beweging.”
Uniek: elektrische wals
Natuurlijk loopt BAM Infra zelf voorop: practice what you preach. “Ons eigen materieelbedrijf, de beheerder van onder andere ons asfaltmaterieel, zet vol in op de eigen ontwikkeling van nieuwe duurzame zonne-aggregaten”, vertelt Kramer. “Maar ons pronkstuk is op dit moment toch wel de elektrische wals. Die hebben we zelf omgebouwd: dit was een traditionele wals waar de brandstofmotor uitgehaald is, deze is vervangen door een elektromotor. De elektrische wals wordt iedere dag gebruikt. Omdat dit type wals niet trilt maar ‘alleen maar’ heen en weer rijdt, was deze goed geschikt om te bouwen naar elektrisch, mét behoud van lange gebruikerstijd.”
De BAM-boodschap: als het er nog niet is, kun je het ook zelf maken. “We grijpen mogelijkheden aan. Als producenten achterblijven, moeten we het zelf ontwikkelen. Onze wals is uniek, maar we hopen natuurlijk dat goed voorbeeld doet volgen.” Daniëls voegt daaraan toe: “Ons hele asfaltmaterieelpark is sowieso veruit de schoonste van alle wegenbouwaannemers. Met de laatste levering medio 2020 is nu al BAM’s asfaltverwerkingsmaterieel voorzien van Stage V-motoren. Hiermee voldoet BAM Infra aan de strenge Europese richtlijnen die gelden voor bouwmaterieel. Dit type motoren stelt BAM in staat over te stappen van diesel naar de duurzame en fossielvrije HVO-brandstof, waarmee de CO2-uitstoot van het materieel tot 89% wordt teruggebracht. Daarnaast geeft deze biologisch afbreekbare brandstof ook lagere emissies van stikstof, fijnstof en roet. Door goede afspraken over het periodiek vervangen van de machines werken we altijd met de laatste ontwikkelingen op materiaalgebied.”
Elektrische pick-ups in Zuidoost
De Street Scooter is ook een mooi voorbeeld van de daad bij het woord voegen. De merknaam doet anders vermoeden, maar we hebben hier toch echt te maken met een vrij forse pick-up. Twee stratenmakerkoppels die druk bezig zijn met onderhoud in stadsdeel Zuidoost namen recent twee van deze elektrische pick-ups in ontvangst.
Kramer legt de weg daarnaar toe uit: “De SOK bestaat voor ons eigenlijk uit twee contracten: één voor de grote asfaltwerken, bijvoorbeeld wegenonderhoud. De tweede is voor ‘elementen verhardingen’, oftewel: tegels en stenen. Zo hebben we een contract van vier jaar in stadsdeel Zuidoost voor het onderhoud van alle wegen en fiets- en voetpaden die uit straatwerk bestaan. We verzorgen dagelijks onderhoud en herstel, bijvoorbeeld op basis van meldingen die binnenkomen: een scheve stoeptegel, herstel van straatdelen die door nutsbedrijven opengebroken zijn voor het ingraven van kabels, dat soort werk. We hebben twee stratenmakerkoppels die de hele dag diverse klussen uitvoeren in dit gebied. Speciaal voor hen hebben we de elektrische pick-ups besteld: zo kunnen ze makkelijk van klus naar klus, met al hun materieel achterin.”
Bijzonder is dat de stratenmakers zélf intensief betrokken zijn bij de uiteindelijke keuze: op basis van een proefrit en een wensenlijstje voor de opbouw van de auto – past al ons materieel er wel in? – werd het de Street Scooter, met gewenste opties. “Ze zijn er nu heel trots op. Zo creeër je draagvlak voor nieuwe machines: deze jongens moeten ermee kunnen werken, anderen zien nu ook wat er mogelijk is”, merkt Daniëls. “Ook in de toekomst willen we allemaal in de stad onze boterham kunnen verdienen. Wat nog schadelijke uitlaatgassen uitstoot, komt straks Amsterdam niet meer in. De nut en noodzaak van verandering is daarmee wel duidelijk, lijkt mij”, aldus Kramer. “We nemen nú actie. Want met nu voorsorteren, blijven we straks mee vooraan lopen! Met de groene aanpak die dan als vanzelfsprekend is.”
Duurzamer asfalt
Voorop lopen doet BAM Infra ook met duurzamer asfalt: enerzijds door het zelf produceren van asfalt op een veel lagere temperatuur om energieverbruik en uitstoot terug te dringen, anderzijds door het ontwikkelen van nieuw asfalt dat voor een zo hoog mogelijk percentage bestaat uit oud asfalt, om minder te hoeven putten uit natuurlijke bronnen.
Kramer: “BAM heeft een eigen Asfalt Expertise Centrum. We hebben daar onder andere LEAB-asfalt ontwikkeld (Laag Energie Asfalt Beton). Dit produceren we op een temperatuur van 105 graden Celsius in plaats van op de gebruikelijke 165 graden. Daarmee reduceren we de CO2-uitstoot van asfaltproductie met dertig tot veertig procent.” BAM Infra gebruikt dit asfalt al een aantal jaren op diverse locaties op snelwegen en in de stad en kan daardoor letterlijk hardmaken dat het een uitstekend product betreft, dat ook na jarenlang gebruik nog steeds als nieuw is. Het LEAB-productieproces is inmiddels door het Asfalt Kwaliteits Loket gevalideerd. “Net zoals met LEAB gelukt is, werken wij samen met onze klanten aan het opbouwen van een portfolio waarmee we de gelijkwaardigheid van duurzamere mengsels – met een hoger aandeel hergebruik en op lagere temperatuur geproduceerd – kunnen onderbouwen. Dat helpt bij het wederom mogen gebruiken bij nieuwe asfalteerklussen.”
Bij de productie van veel nieuwe asfaltsoorten kan een bepaald percentage gerecycled asfalt worden gebruikt. Een aantal deklaagmengsels zijn minder geschikt om gerecycled asfalt met daarin de verouderde bitumen te gebruiken. BAM heeft hiervoor een doorbraak ontwikkeld in horizontaal hergebruik van asfalt: PA Stone. “Er worden bergen in Noorwegen afgebroken om steentjes te winnen waar nieuw asfalt in Nederland van gemaakt wordt. Zonde, als je weet dat je gebruikt asfalt opnieuw kunt toepassen.” PA Stone is door BAM zelf ontwikkeld. “Door het terugwinnen van stenen uit oud asfalt, met een uniek proces dat oude steenslag en bitumen van elkaar scheidt, kunnen we deze volledig schone stenen opnieuw gebruiken”, aldus Kramer. “De PA-stone is door KIWA gecertificeerd en door RWS gevalideerd voor toepassing binnen Rijkswaterstaat-werken: de PA-stone is gelijkwaardig aan nieuw gewonnen steenslag. Het is toch ontzettend mooi als je stenen uit asfalt van de A10 opnieuw kunt gebruiken op de Stadhouderskade?”
Inzet elektrisch materieel
Het BAM-asfalt en de schone verwerking daarvan is al een succes, andere producten en machines hebben een langere groene aanlooptijd nodig. Veel gebruikers van handgereedschap vinden bijvoorbeeld dat elektrisch materieel nog een gebrek aan vermogen heeft. Daniëls: “Er zijn wel motorslijpers en triplaten op accu, die zetten we ook in als het mogelijk is. Als er nieuwe elektrische materialen op de markt komen die wij kunnen gebruiken, omarmen we die meteen. Een mooi voorbeeld is een onlangs op de markt gekomen grotere motorslijper met een groter zaagblad: daar was behoefte aan, maar er was er alleen één met te weinig vermogen en een kleiner blad dat niet toereikend was voor al het werk. Daarnaast denken we natuurlijk zelf na over het ontwikkelen van producten, met name gericht op goede en groene laadvoorzieningen voor het elektrische materieel op locatie. Uiteraard zorgen we voor al ons elektrische materieel voor goede laadvoorzieningen, die deels ook zelf ontwikkeld worden.”
Kramer haakt daarop in: “We willen natuurlijk niet de laadpalen gebruiken die bedoeld zijn voor de openbare ruimte, maar juist zelfvoorzienend zijn. Met de Solar keet vol zonnepanelen zorgen we daar al voor. Voor ons materieel ontwikkelen we zonne-aggregaten en powerbanks, in de vorm van kleine containers. Hier kunnen we ook elektrische kranen mee opladen. We werken daarnaast graag samen met gespecialiseerde marktpartijen voor het leveren van groene stroomvoorzieningen op bouwlocaties. Daar maken we graag gebruik van: we hoeven niet alles zelf te bedenken. We staan open voor ideeën van anderen. Sterker nog: wij motiveren anderen om aan te sluiten bij onze steeds groenere manier van werken!”