De energietransitie leeft sterk onder industriële bedrijven in de Rotterdamse haven. Dat blijkt uit onderzoek van Actemium onder toonaangevende bedrijven in de industrie. De meeste bedrijven volgen een ambitieuze strategie met concrete doelen. Daarmee willen ze vooral hun energiekosten verlagen, maar bijvoorbeeld ook het bedrijfsimago versterken en operationeel blijven. En voor een duurzamer energiegebruik heeft groene waterstof de meeste potentie.
Het onderzoek dat Actemium vorig jaar uitvoerde, had een zeer hoge respons van 68%. “Alleen hieruit blijkt al hoezeer de energietransitie in de industrie leeft”, zegt Koen Staffeleu, Director Business Development & Green Hydrogen van Actemium. In totaal toonden circa 100 personen zich bereid deel te nemen aan het onlineonderzoek. Het betreft vooral directeuren en projectmanagers maar ook veel engineers en technical managers. Ruim 80% vindt de energietransitie van (groot) belang voor hun bedrijfsonderdeel en is als medebeslisser (52%) of beïnvloeder (29%) erbij betrokken. Slechts één op de twaalf vindt de energietransitie niet of nauwelijks belangrijk.
Inspirerende benchmark
“Rotterdam is een wereldhaven met toonaangevende (chemische) industrie voor wie de energietransitie veel impact heeft, tot ver daarbuiten”, stelt Staffeleu. “Wij wilden de kennis en ideeën van de verschillende bedrijven met elkaar verbinden en deelnemers tevens maximaal inspireren.” Het onderzoek was dus zowel middel als doel en daarom koos Actemium voor een benchmark: elke deelnemer kreeg na het invullen inzicht in zijn/haar positie ten opzichte van de andere industriële bedrijven. Hoewel de rapportage is afgerond, kunnen mensen alsnog deelnemen aan het onderzoek. Na het invullen ontvangt men direct een persoonlijke benchmark om inspiratie op te doen en te zien waar zij momenteel staan in de energietransitie.
Voordelen van de transitie
Twee derde van de respondenten zegt al een uitgewerkte strategie voor het doorvoeren van de energietransitie te hebben. Bovendien heeft 83% van de bedrijfsonderdelen er voldoende budget voor vrijgemaakt. De respondenten verwachten met de transitie op de eerste plaats de totale energiekosten te verlagen (60%). Daarna volgen in gelijke mate (42%): innovatie en vernieuwing van productieprocessen, versterken van het bedrijfsimago en bestaanszekerheid/license to operate. Slechts een kwart vertrouwt op het genereren van new business alsmede het aantrekken en vasthouden van personeel. Staffeleu: “Het zijn vaker innovators en early adopters die verwachten dat de transitie nieuwe investeerders en nieuwe markten oplevert in plaats van het reduceren van energiekosten.”
Strategische prioriteiten
De bedrijven richten hun strategie het vaakst op efficiënter en lager energieverbruik (80%). Op de tweede plaats (60%) staat vermindering van ongewenste emissies, gevolgd door verduurzaming middels een grotere inzet van duurzame brandstoffen, zoals waterstof en groene elektriciteit (54%). Voor slechts een op de drie heeft energie zelf opwekken/hergebruiken en/of elektrificatie van productieprocessen prioriteit. “Waarschijnlijk doordat havenbedrijven vaak heel veel energie nodig hebben en eigen opwekking daarin niet of onvoldoende kan voorzien”, aldus Staffeleu.