Januari is standaard de populairste maand om te beginnen met ondernemen. Ondanks de coronacrisis beginnen ook deze maand weer duizenden Nederlanders voor zichzelf. De grootste drempel om de stap naar het ondernemerschap te zetten, is de onzekerheid over toekomstige inkomsten. Een onterechte zorg, blijkt uit onderzoek van Knab onder ruim 3.000 zakelijke klanten. 52 procent van de ondernemers draait in de eerste drie jaar al meer omzet dan ze vooraf verwachtten. Slechts 14 procent zet minder om dan waar ze vooraf op rekenden, aldus Casper Zwart, opiniepeiler van het Knab-ondernemerspanel
Financiële onzekerheid is verreweg het grootste obstakel. De meeste ondernemers beginnen rond hun veertigste levensjaar. Een levensfase waarin financiële zekerheid erg belangrijk is. 33 procent beschouwde de financiële onzekerheid vooraf als een drempel om te beginnen met ondernemen. Op gepaste afstand volgt ‘geen zin in randzaken’; 19 procent keek op tegen zaken als administratie, marketing en netwerken. Daarnaast twijfelde 18 procent of hun product of dienst wel aan zou slaan.
Ruim een op de vijf starters werkt ook nog in loondienst
Veel ondernemers nemen de financiële onzekerheid weg door een baan ernaast te houden. Van alle ondervraagden heeft 17 procent naast hun bedrijf ook nog een baan in loondienst. Dat percentage neemt af naarmate men langer onderneemt. Van iedereen die korter dan vijf jaar onderneemt, heeft 22 procent er nog een baan naast. Bij degenen die langer dan vijf jaar ondernemen is dat nog maar 11 procent.
Overigens moeten deze ‘parttime ondernemers’ wel letten op het urencriterium. Als ondernemer moet je van de Belastingdienst gemiddeld 23,5 per week aan je bedrijf werken om voor de zeer voordelige starters- en zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen. Deze groep geeft aan gemiddeld 23 uur per week te ondernemen. Fulltime ondernemers besteden gemiddeld 44 uur per week aan hun bedrijf.