Is dit de grote ‘reset’? Het moment waarop we het écht anders gaan doen met z’n allen? Bart-Jan Freriks, manager director bij ENGIE Services West, hoopt van harte dat de Coronacrisis ook op positieve wijze veel teweegbrengt. Want de duurzaamheidsopgave kan niet blijven liggen. “De doelstellingen richting 2030 staan nog fier overeind. We zien dat de overheid, in ruil voor steun, ook aandacht voor duurzaamheid vraagt.” ENGIE helpt ondernemers die (juist) nu willen verduurzamen graag. “Kan een ondernemer op dit moment zelf geen grote investeringen doen, dan gaan we daarover in gesprek.”
Deze constructie noemt men bij ENGIE ‘As a service’: het ‘anders’ financieren van duurzaamheidsmaatregelen bij bedrijven en organisaties. “ENGIE is niet alleen energieleverancier van groene stroom en gas: wij zijn ook technische dienstverlener én energiepartner. Ontwerpen, realiseren, investeren en ook exploiteren doen we graag als we daarmee bedrijven en Nederland vooruit helpen.” De druk van de investering wordt zo deels weggehaald bij de klant. “We maken geen afspraken over installaties of systemen, maar over prestaties en eindproducten als comfort, warmte, koude, etc. De genomen maatregelen kunnen wel meteen besparingen brengen. We maken afspraken over de energiehuishouding en de energielevering, de klant profiteert meteen van het effect van de maatregelen en voldoet tegelijkertijd aan de nieuwe eisen vanuit de overheid.” Voor het mkb en grootzakelijke klanten, maar ook de industrie, werkt ENGIE – eventueel – op deze manier.
‘Energiebesparing draagt bij aan continuïteit’
ENGIE is een gezond bedrijf, dat de gevolgen van de Coronamaatregelen goed kan ondervangen. “Maar natuurlijk merken wij ook dat onze klanten hard zijn geraakt. De luchtvaart bijvoorbeeld, dat is geen geheim. Voor KLM zijn we in april, in een consortium van bedrijven, gestart met het onderhoud van gebouwen en terreinen. We hebben met z’n allen heel goed gekeken wat er nu mogelijk is en wat er nu past in de huidige situatie. We passen onze manier van werken aan als het nodig is. Maatwerk dus. Bij sommige bedrijven heeft de productie echt een tijd stil gelegen. We proberen hen te helpen door bijvoorbeeld de volgorde van werkzaamheden aan te passen, of anders te plannen.” Ook voor ENGIE zelf is het uiteraard van belang dat leveranciers gezond blijven en de hele keten overeind blijft staan.
“We hebben een aantal scenario’s uitgewerkt over de impact die een opleving van het Coronavirus zou kunnen hebben voor ons en onze klanten. Op korte termijn, maar ook op langere termijn. Want de duurzaamheidsagenda staat nog steeds fier overeind: dat wordt gelukkig ook volop benoemd, zowel op nationaal als op Europees niveau. Wij snappen heel goed dat veel ondernemers nu vooral bezig zijn met de continuïteit van hun business, daar hebben we alle respect voor. Maar er zijn veelal ook energiebesparingen mogelijk die weinig investeringsruimte vragen en juist bijdragen aan die continuïteit.”
Zero Emission Services
ENGIE laat zich niet afremmen; de ontwikkelingen die gepland stonden gaan zoveel mogelijk door. Een mooi voorbeeld daarvan is de oprichting van Zero Emission Services (ZES). “Wij zijn één van de marktleiders op het gebied van elektrisch vervoer. We zijn een samenwerking aangegaan met maritiem technologiebedrijf Wärtsilä, ING en Havenbedrijf Rotterdam om de eerste stap te zetten naar ‘zero emmission shipping’: transport over het water met elektrische binnenvaartschepen”, aldus Freriks. “We doen nu een pilot met Heineken: die gaat bier over het water vervoeren in deze schepen.” Wisselstations en accupakketten maken deze vorm van transport mogelijk. “Een mooie ontwikkeling die weleens heel hard kan gaan”, voorspelt Freriks. “We starten dit jaar met het eerste schip en voor eind 2021 verwachten we op vijf of zes schepen te zitten.” Spannend is het wel, want een grote batterij-opslag is nog niet algemeen geaccepteerd. “Veiligheid is van het grootste belang, dat staat voorop. Nieuwigheid leidt altijd tot discussie en dat is prima: het leidt ook tot inzichten.”
Maar ook hier gaat de ontwikkeling snel verder: in de haven van Den Helder kijkt ENGIE samen met partners Port of Den Helder, Damen, Total en Alliander naar de mogelijkheden van kleinschalige lokale productie van groene waterstof. Deze kan als energiedrager voor schepen dienen. De gekozen integrale opzet biedt tegelijkertijd oplossingen voor een aantal andere uitdagingen die de energietransitie met zich meebrengt. Freriks: “Stilstaan en de voorraad fossiele brandstoffen uitputten, dat gaat gewoon niet wat ENGIE betreft.”
Beweging in wonen en werken
“Wij zijn één van de grootste investeerders in het opwekken van duurzame energie in Nederland. De Coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat we prima in staat zijn minder CO2 te produceren. We hebben min of meer gedwongen geproefd aan een andere manier van werken: veel meer thuis en ook veel minder mobiliteit. We merken dat men minder theoretisch en veel praktischer is gaan nadenken over duurzame maatregelen.”
Freriks ziet dat ook de vastgoedmarkt in beweging komt. “We denken na over het efficiënter omgaan met onze ruimte. Er liggen kansen om panden een andere bestemming te geven. De behoefte aan woningruimte in de Metropoolregio Amsterdam zou weleens een antwoord kunnen krijgen in de vorm van een verminderde behoefte aan kantoorruimte.” Komt dat daadwerkelijk op gang, dan betekent dat voor ENGIE simpelweg: werk te doen. “Wij zijn goed in dat soort veranderingen. Het betekent wel nogal wat; vanuit de techniek gezien heb je voor wonen en werken heel verschillende installaties nodig.” Freriks denkt meteen aan de mogelijkheden om te koelen en verwarmen; niet voor één enkel gebouw, maar direct voor een grotere omgeving.
Het Zaanse model
“We kijken graag naar de grotere context op gebiedsniveau. In de bebouwde omgeving willen we investeren in warmtenetten voor koeling en verwarming. Meerdere gemeenten zijn hierin geïnteresseerd. In Zaandam bouwen we met een aantal partners aan het eerste open warmtenet in Nederland.” Dit wordt al ‘het Zaanse model’ genoemd: een unieke samenwerking waarin niet één partij leidend is, maar meerdere partijen betrokken zijn en de eindgebruikers de behoefte aan, en levering van, warmte op elkaar afstemmen. “Dit model laat goed zien wat hét antwoord is op de uitdagingen van deze tijd: samenwerking. In het grotere belang durven te opereren. Wij zijn hier in Nederland afhankelijk van elkaar, dus samen met klanten en leveranciers zoeken wij naar oplossingen die bij alle partijen passen.”