Oplettendheid geboden bij reorganisaties
In de praktijk komt het geregeld voor een vennootschap haar onderneming wenst over te dragen aan een groepsvennootschap. Een reden hiervoor kan bijvoorbeeld zijn dat het vanuit aansprakelijkheidsoogpunt voordelen biedt als activiteiten zo veel mogelijk in verschillende vennootschappen zijn ondergebracht. Ook leidt dit tot meer flexibiliteit bij een eventuele toekomstige verkoop van één van de activiteiten.
Fiscaal zijn er verschillende alternatieven om een dergelijke overdracht onbelast te laten plaatsvinden. Een mogelijkheid is dat de bedrijfsfusiefaciliteit wordt toegepast. De vennootschap draagt dan haar onderneming over tegen uitreiking van aandelen. Als aan verschillende voorwaarden is voldaan, wordt de overdrachtswinst vrijgesteld. Een andere mogelijkheid is dat de vennootschap haar onderneming binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting overdraagt aan een groepsvennootschap. Een dergelijke overdracht binnen fiscale eenheid is onbelast, aangezien onderlinge transacties bij de winstberekening worden geëlimineerd.
Het eindresultaat van een overdracht met de bedrijfsfusiefaciliteit of binnen fiscale eenheid is identiek: de onderneming is overgedragen zonder dat vennootschapsbelasting verschuldigd is. Toch is er een belangrijk verschil tussen de herstructureringsvarianten.
Het verschil heeft te maken met de exacte voorwaarden voor een onbelaste overdracht. In beide herstructureringsvarianten kan alsnog belasting worden geheven als de vennootschap waaraan de onderneming is overdragen binnen drie jaar wordt verkocht. Van groot belang hierbij is dat er een tegenbewijsmogelijkheid bestaat als is overgedragen met toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit. Als de belastingplichtige de zakelijkheid van de bedrijfsfusie voldoende kan onderbouwen, vindt géén belastingheffing plaats, ondanks de latere verkoop van de overnemende vennootschap. Deze tegenbewijsregeling is er niet als binnen fiscale eenheid is overgedragen.
Het is van groot belang om goed op dit verschil te letten. Uit de jurisprudentie volgt namelijk dat een belastingplichtige die heeft gekozen voor een overdracht binnen fiscale eenheid, bij een latere verkoop van de overnemende vennootschap de belastingheffing niet kan voorkomen door alsnog te kiezen voor de bedrijfsfusiefaciliteit. Oplettendheid is dus geboden bij dergelijke reorganisaties!